Raccourci vers le contenu principal de la page

Pour la version en langue française de la Charte de l'Ecole moderne,

cliquez ici...

 
 Version flamande:
 
Opvoeding is ontplooiing en verheffing en niet een accumulatie van kennis, dressuur of conditionering. Vanuit deze geest zoeken we technieken om te werken, middelen, organisatievormen en wijze van leven op school, die maximaal aanleiding geven tot die ontplooiing en verheffing. Gesteund door het werk van Célestin Freinet en gesterkt door onze ervaringen zijn we de overtuiging toegedaan invloed te hebben op het gedrag van de kinderen, die de burgers van morgen zullen zijn, maar tevens op het gedrag van de opvoeders die geroepen zijn om een nieuwe rol te vervullen in de maatschappij.
 
We zijn tegenstander van elke vorm van indoctrinatie. We beweren niet dat we bij voorbaat kunnen aangeven hoe het kind dat we opvoeden precies zal zijn; we bereiden het niet voor om de huidige wereld te dienen en verder te zetten maar om een maatschappij te construeren die de meeste garanties biedt voor zijn ontwikkeling. We weigeren zijn geest te kneden naar een onfeilbaar dogma dat vooraf bepaald wordt, welke het ook weze. We doen ons best om van onze kinderen bewuste en verantwoordelijke volwassenen te maken die een wereld zullen opbouwen zonder oorlog, racisme en diverse vormen van discriminatie en uitbuiting van de mens.
 
We verwerpen de illusie dat onderwijs op zich zou staan, los van de grote sociale en politieke stromingen die onderwijs en opvoeding “conditioneren”, die er hoe dan ook een sterke invloed op hebben. Onderwijs is één en slechts één element van een sociale revolutie die noodzakelijk is. De sociale en politieke context, de werk- en levensomstandigheden van de ouders zoals die van de kinderen hebben een beslissende invloed op de vorming van jonge generaties. We moeten de ouders, de opvoeders en alle vrienden van de school duidelijk maken dat het noodzakelijk is om sociaal en politiek te strijden aan de kant van de werkers opdat het openbaar onderwijs haar opvoedkundige rol zou kunnen vervullen. In deze geest zal elk van onze leden handelen conform zijn ideologische, filosofische en politieke voorkeuren opdat de eisen van onderwijs en opvoeding zich zouden integreren met de inspanningen die mensen zich getroosten op zoek naar geluk, cultuur en vrede.
 
De school van morgen zal de school van het werk zijn. Het creatieve werk, vrij gekozen en op zich genomen door de groep is het leidend principe, de basis van de volksopvoeding. Van daaruit vloeien alle verworvenheden voort en door het werk zullen de mogelijkheden van het kind tot uiting komen. Door het werk en de verantwoordelijkheid zal de vernieuwde school perfect geïntegreerd zijn in het sociale en culturele milieu waarvan ze zich op arbitraire wijze losgemaakt heeft.
 
De school zal gericht zijn op het kind. Het is het kind dat, met onze hulp, zelf zijn persoonlijkheid construeert, op-bouwt. Het is moeilijk om het kind goed te kennen, zijn psychologische aard, zijn neigingen en zijn motivatie om ons pedagogisch handelen op deze kennis te steunen; hoe dan ook, de Freinet-pedagogie, gericht op de vrije expressie door de natuurlijke methodes, door het creëren van een ondersteunend milieu door het ontwerpen van materialen en technieken die een natuurlijke opvoeding mogelijk maken, levendig en cultureel, geeft aanleiding tot een werkelijk psychologisch en pedagogisch herstel.
 
Het experimentele onderzoek aan de basis, door de practici in de klas, is de eerste voorwaarde om de school in coöperatief verband te moderniseren. Er is, op het ICEM, geen catechismus, noch dogma, noch één of ander systeem waar men moet mee instemmen. We organi-seren in tegendeel, op alle actieve niveaus van onze beweging, de perma-nente confrontatie van ideeën, van onder-zoek en van ervaringen. We passen binnen onze pedagogische beweging dezelfde basis en dezelfde principes toe die, gezien onze ervaring, effectief zijn gebleken in onze klassen: constructief werk zonder geklets, vrije activiteit in het kader van een gemeenschap, vrijheid van het individu om zijn werk te kiezen binnen een team, discipline die volledig gedragen wordt door de leden.
 
De opvoeders van het ICEM zijn alleen verantwoordelijk voor de oriëntering en het beheer van de coöperatieve inspan-ningen. Het zijn de vereisten van het werk die onze kameraden verantwoorde-lijkheid toekennen, los van elke andere overweging. Wij interesseren ons intens voor het leven van onze coöperatieve want het is ons huis, onze werf waarin we investeren met onze fondsen, onze in-spanningen, ons denken en die we bereid zijn ze te verdedigen tegen wie dan ook die ze schade zou willen berokkenen.
 
Onze “Beweging van de Moderne School” is er op gericht relaties van sym-pathie en samenwerking op te bouwen met alle organisaties die in dezelfde zin werken. Het is vanuit de wens om zo goed mogelijk ten dienste te staan van de openbare school en de modernisering van het onderwijs te bespoedigen dat we loyauteit en effectieve samenwerking aanbieden tegenover alle seculiere organisaties die dezelfde strijd strijden als wij.
 
Onze relaties met de administratie. In de laboratoria die onze klassen zijn, in het kader van de lerarenopleiding, in depar-tementale of nationale stages, zijn we bereid om onze ervaring te presenteren aan onze collega’s met het oog op pedagogische vernieuwing. Maar we behouden, als werker die het werk beheerst, onze vrijheid om te helpen, te dienen, kritiek te geven in functie van de eisen die gesteld worden aan de coöperatieve actie van onze beweging.
 
De Freinetpedagogie is per definitie internationaal. Het is volgens het principe van coöperatieve werkgroepen dat we ons inspanning leveren op internationaal niveau. Onze gerichtheid op internationalisme is, voor ons, meer dan een akte van geloof, ze is nood-zakelijk voor het werk. We vormen met geen andere propagandamiddelen dan onze enthousiaste inspanningen, een Internationale Federatie van Bewegingen van de Moderne School (FIMEM: Fédération Internationale des Mouvements d’Ecole Moderne) die niet in de plaats komt van andere internationale bewegin-gen, maar die op internationaal niveau, zoals ICEM in Frankrijk, actie voert opdat zich bondgenootschappen zouden ontwikkelen, zowel wat werk als toekomst betreft, die op efficiënte wijze het werken voor de vrede zou vooruit helpen.