Streven naar geweldloosheid en evolutie naar kinderrechtenschool.

Streven naar geweldloosheid en evolutie naar kinderrechtenschool.
Situatieschets van de school:
Vooreerst wil ik kort mijn indruk schetsen betreffende ouders die hun kind inschrijven in de Gentse freinetscholen. Gent mag een progressieve stad worden genoemd. Heel wat ouders zijn hier op zoek naar één of andere vorm van alternatief voor het reguliere onderwijs. Met tien lagere en twee secundaire freinetscholen, twee Steinerscholen, een Daltonschool, een Sudburryschool, twee Jenaplanscholen en enkele leefscholen, is er keuze te over. De ouders waarover ik spreek vinden relatief makkelijk hun weg naar deze scholen en zijn bereid enkele dagen voor de inschrijvingsperiode te kamperen aan de schoolpoort om toch maar het begeerde plaatsje in te pikken. Alternatief onderwijs, met freinetonderwijs op kop, is een hit in Vlaanderen. Uiteraard is dat een goede evolutie te noemen. Als je in zo’n school tewerkgesteld kan worden, betekent het ook dat je meestal verwend wordt: brave, welopgevoede kinderen van ouders die vlot willen meewerken aan de ontplooiing van hun kinderen. Dit beeld is uiteraard eenzijdig en niet geldig voor al deze scholen, toch zit er een grond van waarheid in. Ik heb gedurende twaalf jaren een groep van 3de en 4de leerjaar begeleid op zo’n school. Toen wilde ik mijn freinetpraktijk verdiepen en koos voor een ander project.
In een buitenwijk van de stad was sedert twee jaren de nieuwste freinetschool “Het Prisma” in Gent opgericht. De school situeert zich in de wijk “Nieuw-Gent”, gekenmerkt door hoogbouw, veel inwijkelingen, werkloosheid, de volkse Gentenaar. Niet bepaald ouders die zitten te wachten op een freinetschool, maar die er hun kinderen wel naartoe stuurden omdat het dichtbij was. De lagere school bestond twee jaar. Er werd gezocht naar een onderwijzer voor de kinderen die doorschoven naar het derde leerjaar.
In 2004 werd ik begeesterd door de uitleg die Bernard Collot in Gent gaf omtrent de classe unique. Deze organisatievorm vond vanaf 2005 haar ingang in vele kleuterklassen van freinetscholen in Gent. Hierbij werden de drie kleuterleeftijden samen gezet in één groep. Niemand heeft het tot nu toe aangedurfd de classe unique in te voeren in de lagere school. Het idee heeft mij echter nooit losgelaten, maar werd onuitvoerbaar genoemd op de grote freinetschool waar ik al die tijd tewerkgesteld was.
Dit nieuwe schooltje in de volkse wijk bood mij misschien meer kansen. Ook het werken met een niet-elitair publiek trok me aan. Ik maakte de overstap. Enkele van mijn toenmalige ouders vonden mijn vertrek zo jammer dat ze beslisten hun kind (dat tot dan toe in het derde leerjaar bij mij had gezeten) mee te sturen naar deze nieuwe school. Het ging om vijf kinderen. Ik had dus meteen kinderen in het vierde leerjaar.
Iets wat opviel bij mijn intrede in deze school was het gebrek aan reeds geïnstalleerde freinettechnieken en instituten. De kinderen waren uitgelaten, vrolijk, maar kenden weinig structuur en waren weinig autonoom. Het waren overigens nog jonge kinderen en de opstartfase voor mijn toenmalige collega moet niet gemakkelijk geweest zijn. Er was heel wat agressie en kinderen voelden zich onveilig bij het gedrag van sommigen. Onmiddellijk was duidelijk dat heel wat kinderen hadden kunnen worden doorverwezen naar het bestaande vangnet van het “Buitengewoon Onderwijs”. De school kon echter elk kind gebruiken om haar bestaanszekerheid te behouden en er werd nauwelijks doorverwezen. De wetten van de straat beheersten de school. Stoelen vlogen geregeld door het klaslokaal in de eerste maanden dat ik hier was. Ik had een verscheiden groep met daarin elf nationaliteiten, waarvan iedereen vrij goed het Nederlands beheerste (er is geen gettovorming van één bepaalde nationaliteit in deze wijk). Ik had één groot voordeel: mijn meegebrachte kinderen. Deze konden eerst niet geloven waarin zij waren terechtgekomen en zij zochten al gauw steun en veiligheid bij elkaar. Ik ben hen erg dankbaar, want zij hebben het zaakje op gang getrokken. Zij vormden overigens het voorbije schooljaar de oudste kinderen van mijn groep, het zesde leerjaar, en hebben net de school verlaten.
het streven naar geweldloosheid
De Freinetpedagogiek is coherent, wat resulteert in een therapeutisch effect als je hem coherent kan invoeren. Ik kan dus ook niet zeggen wat geleid heeft tot een veel geweldlozer groep. Het zal de totale aanpak geweest zijn, maar ik zal hieruit voor mij enkele blikvangers met jullie bekijken.
1) Een goed werkende klasraad
Het was zaak eerst gespreksafspraken in deze groep te krijgen. Via minimum drie klasraden per week kwamen de eerste afspraken de groep binnen gesijpeld. Door de harde jongens werd er duchtig geëxperimenteerd met het zo vaak mogelijk overtreden van deze afspraken. Mijn consequente houding ten aanzien van de gemaakte afspraken en de daaraan verbonden sancties deed haar werk. Eerst zag ik de wat “makkelijker” kinderen veranderen. Stilaan kwam het besef in de groep van de waarde van de democratie en het belang van gezamenlijk gemaakte afspraken. De hardliners werden steeds meer geïsoleerd en stelden uiteindelijk hun gedrag bij. De sociale druk werd immers steeds groter. Na drie maanden waren er voldoende afspraken zodat er kon worden gewerkt.
2) Succes stimuleert
De voorbeelden van de vrije teksten, wiskundige onderzoeken, kunstwerken en milieustudies van mijn meegebrachte kinderen overtuigde steeds meer kinderen van de groep. Stilaan zag ik een gezonder werkhouding groeien bij steeds meer kinderen. Ik durf te zeggen dat het een jaar geduurd heeft voor deze groep haar evenwicht had gevonden. Ik heb na dat ene jaar toch één kind moeten verwijderen uit deze groep omdat hij te gevaarlijk was voor de andere kinderen. Jammer! Maar ik was al blij dat het er niet meer waren.
Enkele grote problemen waarmee vele kinderen in deze beginperiode kampten waren: niet weten wat echt werk is wegens te veel reproduceerwerk, een groot gebrek aan autonomie wat misschien wel een gevolg is van het eerste probleem, het niet respecteren en beledigen van elkaar en elkaars werk, het snel grijpen naar geweld om ongenoegen te uiten, geen positieve houding naar de school toe.
Een van de eerste concrete zaken die ik oprichtte waren de ateliers: werkhoeken waarin de minder wiskundig- of talig- begaafden ook aan hun trekken konden komen. Er was een atelier voor muziek, expressie, koken, drama, natuur, drukken, textiel, documentatie, houtbewerking, boetseren. Ouders brachten spontaan materialen mee om deze ateliers te helpen uitbouwen. Voor de kinderen was dit een openbaring. Er werd op den duur veel in de ateliers gewerkt.
3) Het charter tegen geweld
Er moest iets worden gedaan aan al dat geweld. Het eerste wat duidelijk was, was dat kinderen niet beseften wat geweld was.
OEFENING:
IN GROEPJES EEN DEFINITIE VAN GEWELD OPSTELLEN. WELKE MEETBARE CRITERIA?
BESPREKING VAN DE RESULTATEN OP BORD.
HET OPSTELLEN VAN EEN CHARTER TEGEN GEWELD.
Voor mij is iemand benoemen met bv. “dommerik” al een vorm van geweld. Zo’n uitspraak gaat uit van een machtpositie die de ene partij zich aanmeet en is kwetsend. We moesten dus eerst met de groep gaan vastleggen wat geweld was. In een klasraad werden de criteria van geweld vastgelegd. Het was initieel een vijfpuntenlijst.
VERGELIJKEN MET EERSTE VIJFPUNTENLIJST
- iemand kwetsen met daden
- iemand kwetsen met woorden
- iets opzettelijk stuk maken
- roepen tegen elkaar
- pesten
Deze werd in de loop der tijd aangepast tot een achtpuntenlijst. Ze vormt ons huidige charter voor geweldloosheid.
VERGELIJKEN MET DE ACHTPUNTENLIJST
- dreigen
- afpakken
- lelijke gebaren
Er werd een systeem van sancties door de groep vastgelegd. Het slachtoffer beslist.
Dit jaar kon het eindelijk te positieve worden gekeerd: wie een hele week geen geweld gebruikt, krijgt een vermelding in de klaskrant. En ik kan je verzekeren: de criteria zijn streng. Toch slaagt de meerderheid van de kinderen er nu in vermeld te worden in onze krant.
4) Het inzetten van de axenroos

in combinatie met de geschillentafel (conflicthantering)

5) evolutie naar kinderrechtenschool.
We namen het charter van de kinderrechten in een coöperatieve groep van de kinderen uit Montpellier over. Elk recht werd besproken, tegen het licht van onze werking gehouden en geëvalueerd. We zitten in een traject met PLAN BELGIË om zo de eerste kinderrechtenschool van Vlaanderen te worden.
BEKIJKEN VAN HET CHARTER VAN DE KINDERRECHTEN
OPROEP PLAN NIEUWE SCHOLEN